-
1 in de trein stappen
in de trein stappen -
2 uit de trein stappen
uit de trein stappen -
3 op de trein stappen
гл.общ. садиться на поезд -
4 in de trein stappen
monter -
5 trein
♦voorbeelden:de trein halen • avoir son trainde trein missen • manquer son trainde trein rijdt het station binnen • le train entre en garein de trein stappen • monter dans le trainmet de trein gaan • aller en trainiemand op de trein zetten • mettre qn. dans le trainper trein reizen • voyager en trainverzending per trein • expédition par chemin de feruit de trein stappen • descendre du trainiemand van de trein gaan halen • aller chercher qn. à la garezich voor de trein gooien • se jeter sous le traindat loopt als een trein • ça marche comme sur des roulettes; 〈 verkoop〉 ça se vend comme des petits pains -
6 садиться на поезд
vgener. de trein pakken, op de trein stappen -
7 overstappen
3 [van het een op/in het andere stappen, ook figuurlijk] change over ⇒ switch/move over♦voorbeelden:overstappen in de trein naar Groningen • change to the Groningen trainna drie keer overstappen waren we er • we got there after three changeszonder overstappen • direct, without change3 〈 figuurlijk〉 de spreker stapte over naar het volgende onderwerp • the speaker moved on to the next topic
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский